Mijn website

Home Verhalen Foto's Filmpjes Wereldreis Tips Paklijst Links



Het eerste wat opvalt als je in Anchorage aankomt is het geluid van de vliegtuigjes die als bromvliegen boven de stad zwermen. Het lijkt wel of iedereen zo'n ding heeft. Het moet ook wel, want het grootste gedeelte van het land is alleen via de lucht te bereiken. Voor de rest is Anchorage net zo saai als de gemiddelde grote stad in de VS. Nadat we er een dag hebben rond gedoold gaan we snel op weg. We hebben wel nog eerst een zeer handige kaart opgehaald bij de tourist information. Daar staan alle campings op met vermelding van op welk kilometerpunt hij zich bevindt.

Er schijnt een fietspad te zijn dat de stad uit gaat, maar we kunnen het niet vinden. Er blijft dus niets anders over dan op de highway te rijden. Dat is best wel te doen. Er is gelukkig een brede vluchtstrook waar we een fietspad van maken. Totdat het bordje verboden te fietsen komt gaat het best lekker. Wat nu. We weten uit ervaring dat de politie vrij fanatiek is en we hebben geen zin in een fikse boete. Marijcke gaat even om hulp vragen in een supermarkt. 'Aan de andere kant van de weg loopt een smal parallel weggetje' wordt haar verteld. Het blijk dus het fietspad te zijn dat we nu eindelijk gevonden hebben. Het rijdt een stuk rustiger.

Veel problemen met de rest van de route zullen er niet komen. Er lopen namelijk niet al te veel wegen. Onze route loopt als een ballonnetje met een touwtje eraan. Eerst een stuk omhoog, dan via Denali en Fairbanks omhoog en dan weer naar beneden om het af te ronden.

De eerste camping waar we aankomen is een hele gezellige. Hij ligt aan een riviertje en er lopen honderden konijntjes rond. We zijn vegetarisch dus geen konijn aan het spit vanavond, maar een lekkere pasta.

De volgende ochtend vertrekken we weer. Ik vraag even aan de baas van de camping of ze over twee weken ook nog open zijn. Dan komen we weer langs. 'We zijn het hele jaar open' zegt hij. 'Maar hebben jullie ook sneeuwkettingen mee' zegt hij kijkend naar onze fiets. 'Nou niet echt'. 'Maar hoezo'? Het blijkt dat iedereen zich aan het voorbereiden is op de invallende winter. Daar hadden we even geen rekening mee gehouden. De naderende winter zou ons nog de rest van de vakantie achtervolgen.


Een stukje verderop zien we iets waarvan de kans 50% was dat we het zouden zien. Daarom doen we dit stuk van de route ook twee keer, dan is de kans (theoretisch) 100% dat we dit stuk rots zien. Het gaat natuurlijk om de Mount McKinley. Op een afstand van ruim honderd kilometer lijkt het niet veel maar hij is toch meer dan 6000 meter hoog. Als je hem in Nederland tegen zou komen sta je toch raar te kijken. De komende dagen hoefden we alleen maar even naar links te kijken om te zien of hij er nog was.

's Avonds proberen we een kampvuurtje te maken. Gewoon voor de gezelligheid. Later zou het pure noodzaak worden omdat het erg koud werd. En om nou al om 19.00 uur in bed te gaan liggen is wel erg overdreven. Maar het hout is te nat. Zelfs een beetje benzine helpt niet om het aan te krijgen.

Het is wel te merken dat we laat in het toeristen seizoen zitten. We staan alleen op de camping. Nou ja camping is een groot woord. Het is meer een rustplaats voor auto's waar wat plekjes in het bos zijn gemaakt waar je een tentje neer kan zetten. Het water moet je met de hand pompen, en het toilet is de beroemde emmer met een gat erin.

We krijgen nog bezoek van wat jongens. Ze lopen over de camping op weg naar het riviertje om te gaan vissen. Eentje van ze zegt dat hij hoopt dat ze willen bijten, waarop een ander zegt dat hij ze anders wel uit het water schiet. In zijn ene hand heeft hij dan ook een geweer, en in zijn andere hand een fles drank. We wachten maar even met slapen tot ze terug zijn gekomen.

De volgende dagen rijden we rustig door de vallei richting Denali Highway. Op een paar huisjes en wat wegrestaurants na komen we niets tegen. De weg stijgt geleidelijk. Links en rechts van weg zien we hoge bergen met wat sneeuw. Veel verkeer is er niet. De auto's die ons inhalen doen dat zo voorzichtig dat ze bijna aan de andere kant van de weg in de berm rijden. Dat hebben we wel eens anders meegemaakt. Het wild laat ook nog op zich wachten. Op een paar tamme konijntjes en wat roofvogels na hebben we nog niets gezien.

Denali Highway


Bij Cantwell gaan we de Denali Highway op. 250 km onverharde weg dwars door de wildernis. Vroeger was dit de enige weg om bij het Denali National Park te komen. Nu is het een mooie weg om rustig te fietsen. In de plaatselijke supermarkt van Cantwell slaan we wat brood en eten in. Veel keus is er niet. Het worden dan ook niet de meest geweldige diners. De bidons even bijvullen. We weten niet of de twee eethuisjes die aan de Highway staan nog open zijn. Dan gaan we weg. Op naar het onbekende. Best wel spannend. Dit hebben we nog nooit gedaan. De eerste paar km is er nog asfalt. Bij het begin van de onverharde weg een symbolische foto gemaakt. De ene helft van de fiets op het asfalt de andere op het grind. De weg valt erg mee. Het is een soort verharde onverharde weg. Op een paar kuilen en stenen na is het prima in orde. Dat zou later wel anders worden.

We komen al snel een auto tegen die erg langzaam rijdt. Wij ook dus het duurt even voordat we hem ingehaald hebben. Er zitten twee oude vrouwtjes in. Als wij even later wat gaan eten komt het autootje weer aan tuffen. Met dezelfde rotgang van 10 km/u. 's Middags zouden we ze weer tegenkomen bij een uitzichtpunt. De reden dat ze zo langzaam gaan is dat ze bloementjes aan het zoeken zijn om op te plakken. Ze vragen nog even of we wel een geweer of een pistool bij ons hebben. 'Tegen de beren' zeggen ze. Dat hebben we dus niet. Ze geven nog een paar tips voor het geval we er een tegenkomen. 'Maak in de eerste plaats erg veel herrie. Daar slaan ze van op de vlucht. Als je toch wordt aangevallen ga dan als dood op de grond liggen. Doe dit alleen bij bruine beren. Bij zwarte beren moet je in de aanval. Een goede klap op zijn neus zou voldoende moeten zijn'. Gelukkig hebben ze het zelf nog nooit in de praktijk moeten brengen. Wij willen het ook niet. Ik wil wel graag een beer zien maar niet meer dan een stipje door de verrekijker. Er zijn wel een hoop jagers in dit gebied. Het is jachtseizoen en iedereen wil wat schieten om thuis in de vriezer op te slaan. Alles wat geschoten wordt moet geregistreerd worden en als het maximum is bereikt gaat het jachtseizoen dicht. Iedereen wil er dus snel bij zijn.

Even verderop komt de eerste collega fietser ons tegemoet. Het is een franse jongen. Na wat uitwisselingen over de weg gaan we weer verder. Hij is al twee en een half jaar onderweg, vanuit Zuid-Amerika, en is bijna bij zijn eindbestemming Anchorage. Van daaruit vliegt hij weer naar Europa. Hij heeft zo'n beetje al het wild gezien dat er in Alaska rondloopt. Hij heeft zelfs bezoek gehad van een lynx. Die kwam even bij zijn tentje kijken wat hij aan het doen was. Toen hij daar genoeg van had liep hij weer verder.

Op onze eerste rustdag gaan we een beetje wandelen in de omgeving van de camping. De verrekijker in de aanslag om al het wild scherp te kunnen spotten. Tegen alle adviezen in lopen we heel stilletjes. Maar het mag niet baten. Geen beertje te zien. Niet eens een konijntje. We genieten wel van alle rust. Je voelt je hier echt alleen. Een grote uitgestrekte vlakte omringt door ruige bergen. Over een paar weken ligt hier een meter sneeuw en is er niemand meer.

's Avonds worden we uitgenodigd door onze buren op de camping. Ze hebben een Kariboe geschoten en dat beest tussen twee bomen opgehangen zodat ze het makkelijk kunnen ontdoen van zijn velletje en zijn ingewanden. Nu zijn ze ergens soep van aan het koken. Gelukkig hebben we net ons bordje leeg en dus een goede smoes om beleefd te weigeren. Probeer een Alaskaan maar eens uit te leggen dat je uit principe geen vlees eet.

Tijdens het wandelen hebben we wat hout verzameld dat we op gaan branden. Het is niet alleen gezellig om 's avonds bij een vuurtje te zitten. Het is hier ook pure noodzaak. De temperatuur zakt tot een paar graden boven het vriespunt. Als je dan niets aan het doen bent is het vrij fris.

De afgelopen dagen hebben we het meest fantastische weer gehad dat je maar voor kan stellen. Droog, lekker zonnetje, niet echt warm maar om te fietsen prima en tegen de avond ging de wind liggen zodat we zonder problemen konden koken. Nu wordt het iets anders. De volgende ochtend is het zwaar bewolkt. De bergen zien we niet meer. Alsof ze er nooit zijn geweest. In de loop van de ochtend begint het te regenen en dat houdt het de rest van de dag vol. De weg is ondertussen een grote gatenkaas. De lekkerste weg tussen de gaten. Zelfs met de tandem gaat het gemanoeuvreer tussen de gaten goed. Gelukkig is het eerste eethuisje dat we tegenkomen nog open. Volgende week sluit hij de boel en gaat naar Anchorage. We eten een lekkere uitsmijter met kaas. Dat kunnen ze wel in Amerika. Je krijgt denk ik zes eieren met een halve kilo kaas erop en daarbij ook nog twee stukken toast. We kunnen er in ieder geval weer tegenaan.

Een gezin dat binnenkomt vraagt of wij ook die elanden hebben gezien. Zij moesten zelfs wachten omdat ze de weg blokkeerden. Wij hebben dat natuurlijk weer gemist. Omdat er geen camping is fietsen we zo lang mogelijk door. Achter een heuveltje vinden we een geschikt plekje. Het is nog wel een klus om met de fiets ons een weg tussen de dorre struikjes te banen. Maar we kunnen lekker slapen. De volgende dag worden we vroeg wakker van de kou. In de slaapzak krijgen we het niet meer warm dus gaan we er uit. Alles zit onder het ijs. De tent, de fiets, zelfs de bidons zijn stijf bevroren. Het moet dus wel flink onder nul zijn geweest. Het is ook erg helder. In het zonnetje wachten we tot alles een beetje is ontdooid en dan gaan we weer verder.

We rijden nu over 'eskers'. Die zijn ontstaan tijdens de laatste ijstijd. De rivieren die onder de gletsjers stroomden namen allemaal grind, zand en gravel mee dat zich ophoopte tussen de ijsmuren. Na het smelten van de gletsjers bleven deze ophopingen in het landschap achter waar nu de weg over heen gaat. Het zit ons echt mee want ook het tweede eethuisje, de Mclaren Lodge, is nog open. Het is al elf uur geweest, de tijd dat het serveren van ontbijt stopt, maar we mogen nog bestellen. We gaan hier lekker ontbijten met pancakes. Thuis moet je er niet aan denken maar hier is het heerlijk. Veel warme stroop er over en smullen maar. De vrouw van de Lodge is vandaag jarig, maar een taart krijgt ze niet. Die had ze dan zelf moeten maken. Ze verheugt zich wel op de winter. 'Lekker rondcrossen op de sneeuwscooter. Hartstikke leuk'. Bij ­40 graden weet ik wel andere leuke dingen.

We overnachten op de Tangle Lakes Campground. De eerste camping waar het druk is. Allemaal jagers en vissers. Grote campers en vierwiel aangedreven auto's overheersen het beeld. Onze fiets valt daar een beetje buiten. We zijn dan wel vierbeen aangedreven, maar iedereen kijkt toch raar op als we aankomen rijden.

De dag na de Denali Highway is een van de moeilijkste uit ons fietsleven. We hebben slechts 35 km gefietst. Dat stuk hebben we in de plensregen gereden. Het ging alleen maar op en neer. Het eten was op, het was erg koud, tent was nat en tot overmaat van ramp was er in Paxson geen winkeltje meer. Alleen een 'hotel' waar ze wat koeken en snoepjes verkochten. We hebben besloten om daar te overnachten en de volgende dag volgeladen met snoepjes/koekjes naar Delta Junction, wat 130 km verderop ligt, te rijden.

Het is nog steeds bewolkt als we wegrijden. Het regent een klein beetje. Als we langzaam uit de bergen rijden komt er een ontzettende wind op zetten. Gelukkig wind mee. De wolken worden van de bergen afgeblazen en dan zien we wat we gemist hebben. Reusachtige besneeuwde bergen met gletsjers komen te voorschijn. De rest van de dag fiets ik achterom kijkend. Gelukkig zien we ook een stel elanden. Zelfs een Bald Eagle komt ons verblijden met zijn aanwezigheid. Hij zit heel mooi op een tak die boven de weg hangt. Uit angst dat hij wegvliegt stoppen we niet. We hebben hem dus niet op de foto. Maar terwijl we onder hem door rijden blijft hij gewoon zitten. Onze dag kan niet meer kapot. Wat wel nog een nadeel is dat de camping van Delta Junction naast een vliegveld ligt waar erg veel vrachtvliegtuigjes landen, iets lossen, en dan weer met een geweldige herrie opstijgen.

De komende dagen rijden we over een vlakke weg naar Fairbanks. De camping van Fairbanks blijkt een soort park midden in de stad te zijn. Vlak bij de supermarkt en de bioscoop. Omdat er in Fairbanks niets te beleven valt, het historische centrum is afgebrand en gesloten, gaan we een paar keer naar de film. De dag van ons vertrek uit Fairbanks is tevens de sluitingsdag van de camping.

We rijden terug richting Anchorage over de George Parks Highway. Bij het Denali Park houden we weer een paar rustdagen omdat we gaan wandelen. Dat valt nog niet mee. Het park is bijna gesloten. De camping is nog open maar de weg het park in is al dicht. Er gaat wel een 'hike' de berg op die achter de camping ligt. Die besluiten we te doen. Het is nog een stevige wandeling. Het paadje gaat recht de berg op. Eerst een stuk door het bos, later over rotsen. Boven op de berg zitten wat berggeitjes die zich rustig op de foto laten nemen. Dat het een stevige wandeling was blijkt ook de volgende dag. En de dagen daarna ook nog. Ontzettende stijve benen. Lopen gaat alleen nog als een bejaarde. Het fietsen lukt gelukkig wel. Dan gebruik je andere spieren, maar zodra ik afstap wil ik alleen nog maar liggen.

We zijn trouwens net op tijd in het Denali Park. Niet alleen het park gaat dicht ook het dorpje met alle winkels gaat sluiten. Alles wordt al dichtgetimmerd. We kunnen nog net wat voorraad inslaan. Wel goedkoop, want alles is in de uitverkoop.

Op de heenweg hadden we al op een 'camping' gestaan waar wat picknick tafels onder een afdakje stonden. De tent kon er precies nog bij. Nu gaan we daar weer staan, en maar goed ook. Voor de vakantie had ik twee wensen. Dat was een beer zien en door de sneeuw rijden. De beer hebben we nog niet gezien, maar de volgende ochtend moeten we wel door de sneeuw fietsen.


Bij het opstaan ligt er al zo'n 10 cm en het sneeuwt nog steeds. Het is de eerste sneeuw van het jaar dus het blijft niet op de weg liggen. Daar wordt het een papje waar we doorcrossen. Toch wel heel vreemd om in de 'zomervakantie' door een winterlandschap te fietsen, maar wel ontzettend mooi. In de loop van de dag gaat de sneeuw over in natte sneeuw en later in regen. Dat blijft de hele dag aanhouden. We besluiten dan ook maar om flink door te fietsen. Bij de camping waar de jongens met geweer liepen houden we even rust. We twijfelen nog of we hier willen staan. Het is nog vroeg en om nou de rest van de dag in de tent te gaan liggen heeft ook niet zoveel zin. Van een man in een auto krijgen we een kopje koffie aangeboden. Hij was vanuit Anchorage gaan rijden om te kijken waar de sneeuw begon. Hij had zijn ski's al meegenomen. Als hij weer vertrekt bedanken we hem hartelijk. Iets warms ging er goed in. Even later stopt er een andere auto. Een jongen met een rugzak komt eruit. De auto rijdt terug en de jongen gaat in de regen, en zonder regenjas, aan de overkant van de weg liften. Tot onze verbazing wordt hij door geeneen auto meegenomen. Terwijl de auto's die voorbijrijden niet de kleinste zijn. Als wij wegrijden is hij al doorweekt. We komen vandaag tot Talkeetna. Dat is een leuk, gezellig dorpje waar we in een hotelletje gaan slapen. Kunnen we ook weer eens douchen. Talkeetna is het beginpunt van menige expeditie om de Mount McKinley te beklimmen. 's Avond is er live muziek van een man met gitaar die wat liedjes van de Beatles en Bob Dylan zingt. Met een biertje erbij, aan het haardvuur is dat wel een heel apart sfeertje.

De volgende dag slapen we weer op de camping met de konijntjes. Het zijn er nog steeds veel. De man van de camping komt ons 's avonds wat hout brengen om op te branden. Dat is nodig ook. Het is weer ontzettend koud.

In Anchorage aangekomen zijn wij nog de enige toeristen. Vier weken geleden liepen er nog een paar rond maar nu het is het centrum verlaten. Wij kunnen nu rustig terugkijken op een hele geslaagde rondrit door Alaska. Het is jammer dat er zo weinig wegen zijn anders was ik graag nog een keer terug gekomen.

Gebruikte boeken:

*ALASKA bicycle touring guide-second edition.

Pete Praetorius en Alys Culhane

Heel handig boekje. Bijna alles staat erin. Vooral of de weg stijgt/daalt in mooie grafiekjes.

*The hiker's guide to Alaska

Evan and Margaret Swensen

Van eenvoudige wandelingen tot meerdaagse tochten met duidelijke omschrijvingen en iets minder duidelijke kaartjes.

*Alaska van de Lonely Planet

Geweldig veel info over Alaska met een (heel) kort hoofdstukje over fietsen.

De kaart die wij meenamen was de International Travel Map van Alaska. Schaal 1:2.500.000. Verdwalen kun je toch bijna niet. Wat wel erg handig is om bij de Tourist Information de Public Lands Campgrounds In Central Alaska kaart te halen. Te verkrijgen voor een vrijwillige bijdrage van $0.25. Een hele hoop campings staan erop met precies de mijlpaal erbij. Erg handig om je route te plannen.

We zijn van 6 september t/m 30 september weggeweest. In die periode hebben we 16 dagen gefietst. De totale afstand van de gefietste route is 1500 km. We hebben gevlogen met Northwest Airlines van Amsterdam tot Seattle. De rest van Seattle tot Anchorage met Alaska Airlines. Het meenemen van de tandem met deze maatschappijen was geen probleem.


Mount McKinley (ook wel Denali).








Uitzicht langs de Denali Highway.


Uitzicht richting Delta Junction.


Vlakbij de ingang naar Denali National Park.


Ingang Denali National Park.


Weg richting Talkeetna.



Statistieken Alaska 1999